by Work the World

De afgelopen weken heb ik meegelopen op de afdeling interne geneeskunde en chirurgie in het de Filipijnen. Eerst zal ik mijn ervaringen met jullie delen over chirurgie.

Er liggen gemiddeld zo’n 60 patiënten op de afdeling. Er zijn niet genoeg kamers waardoor er op de gang ook veel mensen liggen. En om het wat makkelijker te maken voor de verpleegkundigen en de artsen worden er delen van de gang een naam gegeven, zodat je weet waar in de gang de patiënt ligt. Een deel van de gang heet ‘whiteboard’ omdat er in dat deel van de gang een whiteboard hangt. Een ander deel van de gang heet weer chapel, omdat daar een Chapel is waar mensen kunnen bidden. Geloof is hier heel belangrijk, 83% van de bevolking is rooms-katholiek. Overigens wordt God hier vaker bedankt door de patiënten dan de artsen en verpleegkundigen.

De gevallen die voorkomen op chirurgie zijn verkeersongelukken, appendicitis, kinderen die uit bomen vallen, elektrocuties en steeds vaker komen er steek- en schotwonden voor. De reden hiervoor is vanwege een nieuwe wet. De nieuwe president wil namelijk de Filipijnen veiliger maken en daarom heeft hij een prijs op het hoofd van elke drugscrimineel gezet.

Politieagenten krijgen heel erg veel geld wanneer ze een crimineel half levend of dood aanleveren. Bijzonder hè?

De meest voorkomende verkeersongelukken zijn MBA (motorbike accident). Ja ja, ze hebben hier dus een afkorting voor omdat het zoveel voorkomt. Mensen die zonder helm 100 km per uur rijden en ook nog behoorlijk wat alcohol genuttigd hebben, is hier geen uitzondering. De meeste MBA’s komen vooral in de avond en ‘s nachts voor omdat ook niet alle motorbikes licht hebben. De meeste gevallen die binnenkomen zijn jongens van rond de 25. Ik zal een voorbeeld geven.

Een jongen van 24 jaar, buiten bewustzijn door een MBA. Overal wonden, en vooral op zijn hoofd. Er wordt een CT scan gemaakt en er blijkt een bloeding in zijn hersenen te zitten. Er wordt nooit echt haast gemaakt met een CT scan hier in het ziekenhuis, ook niet in een acuut geval zoals deze. Toen eenmaal de uitslag van de CT scan er was, kwam de familie naar de verpleegpost toe dat de jongen geen pols meer had. De jongen werd gereanimeerd, geïntubeerd en handmatig beademd. Maar omdat ze hier geen defibrillators hebben, is de kans van overleven erg klein. De familie moet de patiënt handmatig beademen met een beademingszak, wat echt verschrikkelijk is. In dit geval was het de vrouw van de jongen, ze waren net een jaar getrouwd. Na een paar uur is de jongen overleden. Ik vond dit erg heftig om te zien, helemaal omdat het in Nederland allemaal zo anders zou gaan en die jongen een grotere kans van overleven zou hebben.

Het takenpakket van de verpleegkundige hier is heel erg anders dan die van de verpleegkundige in Nederland.

De verpleegkundige voert verpleegtechnische vaardigheden uit, rapporteert en bespreekt af en toe iets met de arts. De verpleegkundige neemt geen anamnese af, dit doet de arts, zeer oppervlakkig overigens. De familie van de patiënt zorgt voor de patiënt. Ze zorgen voor eten, drinken, medicijnen, maken het bed op etc. Ook wanneer een infuus bijna leeg is geeft de familie van de patiënt dit door aan de verpleging. In mijn vorige blog had ik benoemd dat het een gewoonte is dat er veel familie bij de patiënt is, maar inmiddels ben ik erachter gekomen dat het noodzakelijk is. Er moet 24 uur per dag, minstens één familielid bij de patiënt aanwezig zijn om voor de patiënt te zorgen. Er zijn ook een aantal badkamers in het ziekenhuis aanwezig, maar daar wordt niet optimaal gebruik van gemaakt. Dit is ook één van de redenen waarom het zo stinkt in het ziekenhuis. Want de verpleging helpt de patiënt niet bij de verzorging, dit is de taak van de familie. En die vinden het niet nodig om dat elke dag te doen, want dat doen ze thuis ook niet.

Gedurende een dagdienst zijn er vier betaalde verpleegkundigen in dienst en gemiddeld zo’n zes volunteer verpleegkundigen. Wanneer je hier als verpleegkundige je opleiding hebt afgerond, moet je minimaal 66 dagen vrijwillig werken in een ziekenhuis om ervaring op te doen en vaak loopt dit uit tot twee jaar. De meeste verpleegkundigen willen naar het buitenland omdat het salaris hier erg slecht is, en daarom moeten ze ook vrijwillig werken om uiteindelijk naar het buitenland te kunnen. De hoofdtaken van de vrijwillige verpleegkundige zijn medicijnen klaarmaken, medicijnen delen en infusen aanleggen. Bijna iedereen krijgt hier een infuus vanwege kans op uitdroging en omdat ze misschien IV medicatie nodig zullen hebben. Ook krijgt bijna iedereen hier antibiotica om de kans op infecties te voorkomen. Antibiotica wordt hier dus heel erg veel voorgeschreven. Ik liep op de afdeling en was een beetje verkouden en had een hoestje, kwam een arts naar me toe met een voorschrift voor antibiotica want ze vertrouwde mijn hoest niet.

Wat ik al eerder benoemd heb ik mijn vorige blog, is het patiëntencontact. Je zou bijna kunnen zeggen dat ze daar hier niet aan doen. Ik weet nou niet of het de cultuur is, of alleen dit ziekenhuis maar empathie is een woord wat ze hier niet kennen, terwijl in Nederland is dat toch wel een erg belangrijke eigenschap die je als verpleegkundige moet hebben, vind ik. Tijdens een handeling wordt er niet tegen de patiënt gepraat, er wordt niet uitgelegd hoe het in z’n werk gaat en waarom.

Op de afdeling interne geneeskundige was het erg rustig want er waren maar weinig patiënten. De meest voorkomende gevallen zijn COPD, diabetes en hartproblemen. Op deze afdeling heb ik nog meer gegeten dan ooit van tevoren hier in de Filipijnen, want als het rustig is, gaan ze snacks halen. En dan wordt er al om 10 uur in de ochtend aan mij gevraagd of ik een lekkere gedroogde vis wil..

De komende weken zal ik meelopen met gynaecologie en obstetrie, en zal ik vooral aanwezig zijn op de verloskamer.

Lees meer over onze medische stages in de Filipijnen.

Zoek naar blogpost