Erasmus Universiteit Rotterdam 2014
Jan van Dam, geneeskunde student aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, ging twee maanden naar Kathmandu in Nepal. Voor zijn medische ontwikkeling, en een beetje voor het avontuur. “Ik wilde weten hoe zij het daar doen.”
Hoe besloot je om met Work the World naar Nepal te gaan?
Ik had nog drie vakken van mijn bachelor waar ik tentamens voor moest doen, dus ik had het eerste halfjaar vrij. Eigenlijk wilde ik al een poosje een paar maanden naar een ander land, maar ik wilde wel iets medisch doen. Nu was het er de ultieme tijd voor. Via een vriend kwam ik bij Work the World terecht. Ik heb me verder niet heel bewust georiënteerd; hij was enthousiast dus het leek me wel prima.
Nepal koos ik omdat ik er veel goede verhalen over heb gehoord. Dat inspireerde me. Bovendien wilde ik wel naar een ontwikkelingsland, maar niet naar Afrika waar mensen echt in bittere armoede leven. Volgens mij zou ik in Azië meer kunnen leren omdat ze daar net iets meer mogelijkheden hebben.
Wat was jouw rol in het ziekenhuis?
Ik liep mee op de afdeling spoedeisende hulp. Tijdens mijn stage liep ik mee met een zesdejaars geneeskunde student uit Nepal, die daar zijn laatste coschappen liep. Je leert de mensen echt goed kennen daar, en we zijn uiteindelijk goede vrienden geworden.
Wij, die zesde jaars geneeskunde student en ik, vingen de patiënten op en deden het voorwerk. Dan maakten we een behandelplan dat door de supervisor werd gecontroleerd en uitgevoerd. Tijdens het meelopen met de visiterondes probeerde ik zoveel mogelijk vragen te stellen. Dat was af en toe lastig omdat je in een continu dilemma met jezelf zit; je wil de artsen niet altijd belasten met het wisselen van taal. Soms werd dat wat vermoeiend, maar ik deed het over het algemeen wel. Daar leer je het meeste van.
De medewerkers in het ziekenhuis lieten heel veel zien. Op de afdeling was ik de enige student via Work the World, wel ging ik wel eens met de studenten die op de andere afdelingen liepen een rondje doen over de spoedeisende hulp. Dat was heel interessant, zo hebben we ook dingen als bijvoorbeeld een reanimatie meegemaakt waar we bij konden assisteren. Vanwege mijn werk in het ziekenhuis kon ik dat al vrij goed en het is ontzettend leerzaam om het of vaker te doen of juist mee te kijken bij hoe anderen het doen. Dat geeft ook vertrouwen, je moet het hebben gezien voordat je zelfvertrouwen hebt. Als je het vaker gedaan hebt, durf je zelf beter te helpen.
Wat waren de meest interessante gevallen?
Op de laatste dag kwam er een mass casualty binnen; een van de vele busongelukken die er in Nepal zijn. Ze deden er een dag over om van de plek van het ongeluk naar het ziekenhuis te komen. Er kwamen tien patiënten tegelijk uit een andere provincie, en ze waren er slecht aan toe. Vijf hadden geen bloeddruk meer. Meelopen met onderzoek en monitoren deden we samen met verpleegkundigen. Dat was heel intensief, echt qua ervaring de kers op de taart.
Een vrouw van het busongeluk was vast komen te zitten tussen de stoelen. Haar voet zat rechts, haar scheenbeen links. Dat werd in een keer gezet. Naast het feit dat deze vrouw ontzettend veel pijn had maakt het je bewust van hoe anders wij het hier in Nederland geregeld hebben.
Je kijkt naar hoe men hier omgaat met zorg. In Nederland is het vooral consumeren en weinig dankbaarheid. In Nepal kunnen mensen ontzettend veel pijn hebben, maar nog steeds dankbaar zijn. Je leert dat zorg niet vanzelfsprekend is.
In Nepal is dit het beste wat mensen met weinig geld kunnen krijgen, dan besef je hoe goed we het Nederland hebben. Maar ik vind het een positieve gedachte dat men hier in Nepal goede zorg kan leveren en veel kan bereiken met beperkte middelen. Dat neem ik mee naar huis.
Hoe was de Village Healthcare Experience?
Dat was echt fantastisch. We gingen erheen met Achut, de vriend van iedereen. Hij had een auto, kende iedereen, maakte films, hij was echt de ‘coole gast’ van het dorp. Ik was er samen met een verpleegkundige, Ella, uit Australië. Mijn telefoon had wel bereik, maar ik had weinig behoefte om te bellen. Het was zo fantastisch om in een huis te slapen bij de lokale mensen, wij hadden niet meer dan wat zij hadden.
Een dag begon om 07.00u met ontbijt, maar we werden al eerder wakker van Radio Nepal, waar zij naar luisterden. Dat was best ontspannend, een uur luisteren naar wat je toch niet kon verstaan. Dan gingen we op pad naar een hoogtepunt in de buurt. Een heuvel, de ouders van Achut die geiten hielden, melk drinken bij een man in de buurt, of naar de rivier.
Om 10.00u gingen we naar de health post. Er kwamen altijd heel veel patiënten en die zaten overal, binnen en buiten, in de onderzoekskamer. Ze vertrouwen daar volledig op lichamelijk onderzoek, omdat er geen echte onderzoeksmiddelen waren. Er was wel voldoende verband, maar slechts 18 soorten medicijnen en daar zaten veel essentiële dingen niet bij. In plaats van de Nederlandse manier, zo perfect mogelijke zorg leveren, gaat het meer om hoe je iets goeds voor een patiënt kan doen met de middelen die er zijn.
Rond 14.00u gingen we een uurtje rusten en daarna weer wandelen naar iets bijzonders. We zijn echt op heel veel plekken geweest, volgens mij heb ik alles bezocht wat er te zien was, en bij elke boer die melk had hebben we een glaasje geproefd.
Heb je nog advies toekomstige studenten?
Natuurlijk: ga rondreizen, plak er een paar weken aan vast. Je bent er toch! In een weekend ben ik met mensen uit het huis naar Pokhara en Bandipur geweest, we hebben de stad verkend en urenlang op het meer gevaren. Het huis was echt fantastisch. Er werd heel goed voor ons gezorgd. Daarnaast waren de huisgenoten ook heel gezellig en was er altijd wel iemand om mee op pad te gaan. Verder heb ik met de Nepalese student lokale busreizen naar steden in de buurt gemaakt en gemountainbiked. Na mijn stage ben ik nog twee weken gebleven om de Annapurna-trekking te doen.
En vooral: leg veel contacten met andere studenten daar. Zij weten alles over de omgeving en over het ziekenhuis en zij kunnen vertellen hoe het werkt achter de schermen. Je begrijpt de hiërarchie beter.
Stel je productief op en blijf vragen stellen – ook als ze je niet altijd kunnen verstaan.
Mensen zijn wel heel erg geïnteresseerd, maar ze zijn vaak bang dat jij een oordeel hebt over hoe zij het doen. Ze hebben een soort schaamte voor wat zij doen, maar ik ben heel open gebleven. Ik wilde gewoon weten hoe zij daar te werk gaan.